Sommige boeken schreeuwen om aandacht. Dat begint al wanneer ze je met hun omslag intens aankijken in de boekhandel. Je slaat ze open en ze staan vol protserige woorden, die zich als haantjes verdringen om de eerste plaats. Beelden, geluiden en kleuren dringen zich aan je op en overmeesteren je. Soms is zoiets betoverend. Ik laat mij graag meeslepen. Toen las ik Als de winter voorbij is. Onopvallend, ingetogen en sober, met potlood in plaats van marker, schetst Verbogt herinneringen, (achteraf) bepalende momenten en een leefsfeer gedomineerd door melancholie. Het moet. Voor de eerste keer, een fragment. Lees. Hoe is het samen te vatten? Over het antwoord op die vraag moeten we soms nadenken. Dat kan verhelderend zijn, relativerend ook, misschien is alles uiteindelijk goed voor een glimlach. We stellen ons een verzameling voorbijgangers voor, passanten. We stellen ons voor dat we niet meer zijn dan dat. We lopen door steden, dorpen, landschappen, taferelen die ons bevallen, nieuwsgierig stemmen, uitdagen, betoveren, amuseren, opwinden. Zo lopen we en we slaan zo nu en dan wat herinneringen op- dat gebeurt min of meer vanzelf, zelfs daar hebben we geen zeggenschap over. We lopen voort, we zijn voorbijgangers, net zoals iedereen die we zien voorbijganger is. Soma vraagt iemand de weg, want er zijn mensen die de weg weten en mensen die er geen idee van hebben. Dan praten we over de weg, over de richting van de weg. We lopen even met elkaar mee omdat we dezelfde kant op moeten, misschien delen we iets van wat we aan dezelfde kant beleven, misschien delen we verontrusting of vrolijkheid, en het lucht ons op daarover van gedachte te wisselen, maar voordat we er erg in hebben is het weer voorbij en is dezelfde kant niet dezelfde kant van de ander meer. Daaraan moet je wennen en soms lukt dat maar meestal niet. Voorbijgangers, passanten. Het gebeurt dat je getroffen wordt door een blik, dat iemand je even aanraakt, terloops- per ongeluk, lijkt het, dat je getroffen wordt door een glimlach of een oogopslag, maar je beseft nauwelijks dat dat gebeurt. Later wél: je bent thuis en je denkt aan de uren daarvoor, de bewegingen die je maakte, de gang van zaken waaraan je deelnam, en ineens, je kijkt naar buiten, je ziet het avond worden, je ziet de zon zakken, je ruikt de geur van de avond en van alles wat voorbij gaat, ineens denk je aan een oogopslag of een glimlach of een aanraking, een terloopse aanraking. Die momenten blijven je bij. En bij die momenten horen mensen die je waarschijnlijk nooit meer ziet en als dat wel gebeurt, kun je geen woord zeggen over die glimlach of oogopslag of terloopse aanraking, want wat valt erover te zeggen? Is het niet zo allemaal? Is dit uiteindelijk niet alles? (uit: Als de winter voorbij is – Thomas Verbogt) Lees ook wat andere bloggers van literaire lees- & blogclub Een perfecte dag voor literatuur schreven over deze roman.
Volg Uitgeverij Nieuw Amsterdam, Thomas Verbogt en Not just Any Book op Twitter.
3 Comments
Als lagere-school-meisje en ook als puber las ik veel minder dan tegenwoordig. De wijde wereld die voor mij open en aan mijn voeten lag, maakte dat ik met open ogen door de dagen heen dagdroomde. Ik had geen boeken nodig. Mijn eigen jonge leven dat langzaam lucht kreeg van alle gedroomde, oneindige mogelijkheden bood voldoende uitdaging, avonturen en te vervullen verwachtingen. Geen berg te hoog, geen horizon te ver en zeeën van tijd. Ik ben volwassen geworden en de realiteit heeft bezit van mij genomen. Hier en daar zijn mijn dromen wat opgedroogd. Studeren, werken. Dingen doen. Zoeken, ontdekken, werken. Trouwen. Dingen doen. Een kind krijgen. Dingen doen. Dingen moeten. Dingen moeten. Mogelijkheden zijn feitelijk nog steeds talloos, maar gevoelsmatig een stuk minder en oneindig, nee, dat zijn ze zeker niet. Avonturen kennen hun bloeitijd en -uur en verwachtingen zijn bijgeknipt. Schande, blaas ze nieuw leven in, geef ze water, die dromen! Lezen is als het water geven aan mijn dromen. Al die woorden in al die boeken maken een oase van de woestenij van Dagelijkse Dingen. Met mijn dagelijks leven is niets mis en ik prijs mij gelukkig, maar het moeiteloos verdrinken in verhalen, levens, avonturen en het opslurpen van geleende ervaringen, dat is voor mij een onmisbaar, nog-gelukkiger-makend genot. Het is mijn verrukkelijke vervanging van het dagdromen van vroeger en mijn manier om te ontdekken wat anders onontdekt bleef. In mijn boeken kan ik rondzwerven, verdwalend in de luchtkastelen en luchtspiegelingen die ontstaan in mijn hoofd. Alles kan, alles mag, niets is onmogelijk of onrealistisch, alles is al geleefd of door mij verzonnen. Lezen is mijn ultieme manier van verbeelding, door Mendelsund ‘leesverbeelding’ genoemd. Hoe groter de leesverbeelding, hoe weidser de levensverrijking. In Wat wij zien als wij lezen wordt duidelijk dat lezen absoluut geen passieve bezigheid is. ‘Lezen is casten, decor ontwerpen, regisseren, grime, mise-en-scène, dramaturgie...’ schrijft Mendelsund. Lezen laat je leven in werelden die je anders nooit had kunnen zien, kijk maar: Lees ook wat andere bloggers van literaire lees- & blogclub Een perfecte dag voor literatuur schreven over deze fenomenologie.
Volg Uitgeverij Atlas Contact, Peter Mendelsund en Not just Any Book op Twitter. Josephina: niet iedereen is in staat een dergelijke voornaam waardig te dragen. Niet iedereen kan de verwachtingen waarmaken, die door de naam Bink gewekt worden. Zelfs al heb je Samantha nog nooit gezien, je maakt je moeiteloos een voorstelling van wat voor vlees je in de kuip hebt, terecht of niet. Een voornaam moet bij je passen, want voornamen roepen bepaalde associaties op. De hoofdpersoon in een roman of stripboek kan een naam van een nieuw gevoel voorzien, wat je bijna niet kunt uitschakelen als je die naam later hoort. Denk maar aan Donald, Madelief of Romeo. Een Paddy, wat is dat voor iemand? Een goedzak, weinig avontuurlijk en verrassend, soms zelfs saai, maar ach, van een Paddy kan je het hebben, want je weet dat je altijd op hem kunt rekenen. Goudeerlijk, die Paddy, bereid te helpen waar hij kan. Rode blosjes op de wangen, beetje verlegen, een buikje en eerlijk is eerlijk, niet de meest atletische onder de mannen. In het begin van De laatste vier dagen van Paddy Buckley wordt mijn beeld bevestigd. Paddy blijkt een harde werker, uitvaartverzorger, ja, dat past bij een Paddy en deze Paddy maakt een moeilijke tijd door. Zijn innig geliefde vrouw is overleden, veel te vroeg, veel te jong en Paddy lijdt daar ernstig onder, zoals je van een Paddy mag verwachten. Hij heeft slaapproblemen, weet zich geen raad met zijn emoties en werkt daarom zeven dagen per week, dag en nacht. Zo rond pagina 30 begint Paddy echter onverwacht gedrag te vertonen, dissonant en gezien plaats en doel van de ontmoeting zeer onwenselijk. Paddy doet 'het' met een dame, die net haar man verloren is en voor wie hij de uitvaart regelt. In haar echtelijke slaapkamer, ook dat nog. De dame overleeft het sex niet. Oh god, Paddy, dat mag niemand te weten komen. En even later rijdt hij ook nog iemand dood en dat niet alleen, hij rijdt door en veegt al zijn missers onder het tapijt. Ik ben verbijsterd. Zoiets doet een Paddy toch niet. Paddy blijft verbazen en dat houdt zijn laatste vier dagen wel zo spannend. Een heerlijk boek, onderhoudend en vlot geschreven, dat het uitstekend zal doen op menig vakantiebestemming deze zomer, hoewel Paddy’s naam beter Haas had kunnen zijn. Dank aan Uitgeverij Brandt en Not Just Any Book. Volg opTwitter: @UitgeverBrandt en @NotJustAnyBook.
Mijn hart maakte af en toe een sprongetje van leesgeluk, in dit boek dat zo bol staat van taalkundig moois, alles even functioneel en zonder onnodige opblazerijen. Prachtige zinnen, vol van geur, kleur en smaak, levensechte karakters spelen de hoofdrol in een aangrijpend verhaal; ik ben geraakt. Hoe bijzonder is het dat mijn hart na al die sprongetjes op de laatste bladzijde ook nog heel even stil staat. Ik lees: 'Zijn durf om een gebrekkig mens te zijn en te blijven.' p. 251 Gebrekkig durven zijn vraagt veel moed. Veel meer moed dan nodig is om buitengewoon bijzonder te wezen of jezelf grenzeloos op de kaart te zetten. Want we willen allemaal reuze graag iets voorstellen. Liefst net zo veel als de buurvrouw of net iets meer. Uiteindelijk heeft Pepe de moed om zijn onverbloemde verhaal te vertellen. Petje af. Er zijn allerlei redenen om niet alles te vertellen, ook al gaat het om je levenspartner. Mensen houden dingen achter of hebben geheimen, soms zelfs onbewust. Pepe en Juanita, twee in liefde vervlochten levens en zelfs dan wordt de waarheid pas op het sterfbed van Pepe uitgevouwen, als de landkaart van zijn leven. Net dat hij over zijn verleden gelogen had, nee, nooit was iets gelogen, hooguit werd (lang) niet alles verteld. En dat is hem vergeven. Wat een verhaal. En wij? Wat weten wij van elkaar, nota bene al bijna 25 jaar samen? Wat weten wij van wat wij in een eerder leven hebben meegemaakt, genoten, gevoeld of doorstaan, van onze deugden en gebreken? Wat weten wij werkelijk? Nog steeds heb ik vragen over groot en klein geluk, over schuld, liefde, spijt, pijn en plezier. Over keuzes, vriendschap en trouw. Over jezelf zijn en blijven. Tijd om een flesje wijn open te trekken. Lees ook wat andere bloggers van literaire lees- & blogclub Een perfecte dag voor literatuur schreven over deze roman.
Volg Uitgeverij Nieuw Amsterdam, Ellen Heijmerikx en Not just Any Book op Twitter. In de bossen van Ontario, Canada leven een paar oude mannen samen, outcasts, die bewust ervoor kiezen ver weg van de mensenmaatschappij en de daarmee gepaard gaande regels, verwachtingen en verplichtingen hun laatste dagen of maanden door te brengen. Zo ver weg dat ze haast onzichtbaar en onvindbaar zijn. Een fotografe zoekt de mannen op en raakt geïntrigeerd door hun sobere, pretentieloze en pure manier van leven. Ik had gehoopt dat ik gegrepen zou worden door dit leven in de bossen, zo dicht bij de natuur. Dat Het regende vogels mijn verlangen naar versobering, stilte en natuur zou aanwakkeren. Maar wat je hoopt, hoeft niet het hoogst haalbare te zijn. Deze roman loopt en leest namelijk anders. Zowel de natuur als de opgevoerde karakters raken weliswaar, maar komen niet meteen maximaal tot leven, nog niet. In plaats van heldere beelden in kleur, blijft mijn leesbeleving hangen in een vaag zwart-wit. Totdat een oude dame met wit haar ten tonele verschijnt en met weinig woorden het boek kleurt en mijn totale aandacht opeist. De 82-jarige Gertrude -later Marie Desneige genoemd- is als jong meisje weggestopt in een psychiatrische inrichting. Haar leven is bruut van haar afgenomen, totdat haar neef Bruno, vaste bezoeker van de outcasts, haar na 66 jaar opsluiting meeneemt naar de bossen. Waar zij blijft. Marie Desneige is als enig personage in het boek gebaseerd op een bestaand persoon, namelijk Marie-Ange Saucier, tante van schrijfster Jocelyne Saucier. Ook zij werd decennialang verbannen naar een psychiatrische inrichting. Waarom precies is onbekend; haar thuisfront was haar blijkbaar liever kwijt dan rijk. Tragisch en niet te verteren. Saucier trok zich het lot van haar tante erg aan en zocht in de laatste fase van Marie-Ange’s leven vaak contact met haar. Ze besloot haar tante op te nemen in deze roman en haar zo in ieder geval op papier alsnog een leven te geven. Het regende vogels is opgedragen aan deze Marie-Ange Saucier. Schrijfster Saucier wist dat één van haar personages aan het einde van het boek de dood zou vinden. Ze kon het echter niet over haar hart verkrijgen om Marie Desneige, ofwel Marie-Ange te laten sterven. Ze gunde haar en dus impliciet haar tante nog een paar mooie jaren, een leven van geluk en liefde, waarvan zij in werkelijkheid nooit had mogen proeven. Wat in werkelijkheid niet was, heeft dankzij Het regende vogels alsnog mogen plaatsvinden. Wat in werkelijkheid niet (meer) kan, kan in een boek altijd. Grenzeloos, fascinerend en verrijkend. Lees ook wat andere bloggers van literaire lees- & blogclub Een perfecte dag voor literatuur schreven over deze roman.
Volg Meridiaan Uitgevers, uitgever Nelleke Geel en Not just Any Book op Twitter. Wie ben ik als meisje met een leven lang de wind in de rug, geboren in een slagroomtaart, omgeven en opgevoed door Bewondering en Integriteit. Wie ben ik om ook maar iets te vinden van de rauwe, snoeiharde wereld van Alleen met de goden, van wel of niet, van goed of fout. Liever zwijg ik een stil applaus. Lees ook wat andere bloggers van literaire lees- & blogclub Een perfecte dag voor literatuur schreven over deze indrukwekkende roman.
Volg Alex Boogers, Uitgeverij Podium en Not just Any Book op Twitter. Even tellen en inderdaad, ik geloof dat het er zes zijn. De titel doet vermoeden dat Sophie er een gecompliceerd soort van levenswandel op na houdt. En dat klopt. Laat staan wanneer er levensdraden van anderen doorheen geweven worden. In ultra-korte hoofdstukken wisselen perspectieven elkaar razendsnel af en soms is het even zoeken wiens verhaal je leest. Sophie, Hannah, Agatha, Barbara, Virginia... Wanhoop niet, gewoon doorlezen. Ik kwam er zelf wat laat achter, maar deze roman kun je beter niet lezen als een trein. Kies liever voor een boemeltje met vertraging, om de verwarring de baas te blijven. Want verwarrend is het af en toe zeker. Als lezer kun je gemakkelijk verdwalen in dit woud van woorden. Hoewel de dingen steeds duidelijker worden naarmate het einde nadert en je met een verrassende ontknoping wordt beloond, heeft Meuleman de lezer soms wel een beetje aan zijn lot overgelaten. Jonge-meisjes-vriendschap of obsessieve kalverliefde, liefdesrelatie of algehele afkeer, moord of verdwijning, goed of kwaad. En wat is er nou precies gebeurd? Niets is wat het lijkt, zelfs niet wie wie is, hetgeen je als lezer aardig om de tuin kan leiden (intrigerende variant) of je totaal confuus kan maken (belastende variant). Maar Meuleman weet heel goed waar ze mee bezig is en ondertussen is het genieten van woorden als woedende crackers en zinnen als zomerlucht rust sussend op hun huid. Prachtig, je zou laatstgenoemde haast hardop willen declameren. Meuleman jongleert met taal. Ze combineert in haar roman De zes levens van Sopie verschillende genres, waardoor het verhaal vele gezichten heeft. Allemaal even goed uitgewerkt, geen letter berust op toeval, wat een ingenieus resultaat heeft opgeleverd. Conclusie: dit debuut vraagt absoluut om meer van Meuleman. Lees ook wat andere bloggers van literaire lees- & blogclub Een perfecte dag voor literatuur schreven over deze roman.
Volg Sarah Meuleman, Uitgeverij Lebowski en Not just Any Book op Twitter. Voor altijd samen blijven. Dat is niet eenvoudig te realiseren, bewijzen de schrikbarend hoge scheidingspercentages: 1 op de 3 huwelijken haalt het ‘voor altijd’ bij lange na niet. Bij elkaar blijven is al heel wat, laat staan in de relatie een schat aan liefde terugvinden. Marthe van der Noordaa tracht de lezer in haar nieuwste boek een zetje in de goede richting te geven. Zonder relationele haken en ogen te mijden, kiest Van der Noordaa voor een positieve insteek. ‘In dit boek staat de rijkdom op de voorgrond’ lees ik op de achterflap. Na een huwelijk dat al bijna 20 jaar stand houdt, kan ik wel stellen dat het een bochtige weg is met vele hobbels en kuilen, waardoor je de prachtige omgeving vaker dan je lief is over het hoofd ziet. De tocht over deze bijzondere weg vraagt inzet en uithoudingsvermogen. Een positieve benadering is meer dan wenselijk, het is noodzakelijk. Kom maar op met die schat aan liefde! Hongerig begin ik te lezen in deze uitzonderlijk mooie uitgave. Verwachtingsvol duikel ik terug in de tijd, terug naar de Liefdesvonk (p.25). Denk je wel eens terug aan het moment dat je elkaar voor het eerst ontmoette, dat je de kriebels in je buik voelde en merkte dat het -hoera!- wederzijds was? Van der Noordaa raakt hiermee een weliswaar voor de hand liggend, maar wezenlijk punt. Moeiteloos roep ik die heerlijke, onbezorgde periode vol van vlinders na lange tijd weer op. Verrukkelijk gelukzalig. Ondanks dit hoopvolle begin merk ik dat mijn jarenlange huwelijkservaring mij in de weg gaat staan, waardoor Van der Noordaa mij minder gemakkelijk kan verrassen. Ik denk dat dit boek mij meer gebracht zou hebben, had ik het gelezen toen ik nog een prille partner was. Waar ik al lezende last van krijg, is de ongenuanceerdheid die ik hier en daar proef. De stereotiepe beschrijvingen van de vrouw, zijn op mij niet erg van toepassing en ook mijn man herken ik niet echt in hoe de man doorgaans zou zijn. ‘Als er een probleem is, willen vrouwen dat het liefst direct bespreken, terwijl mannen het ook wel eens even kunnen ‘parkeren’ als iets anders op dat moment prioriteit heeft.’ (p. 103) Dat werkt bij ons anders. Eveneens ongenuanceerd vind ik bijvoorbeeld de uitspraak ‘Open en ontspannen aanwezig zijn, gaat niet vanzelf. Het vraagt bewustzijn en meditatie.’ (p. 133). Dus meditatie is hiertoe een noodzaak? Daarmee worden hele volksstammen gediskwalificeerd als het gaat om open en ontspannen aanwezig zijn. Door deze stelligheid ga ik de waarheid ven het beschrevene ter discussie stellen en dat leest niet fijn. Ik ben nog maar moeilijk te overtuigen en twijfel krijgt de overhand, waardoor de andere, wél aangename en zinvolle tips en inzichten overschaduwd worden. De positiviteit waarmee Van der Noordaa de materie benadert, vind ik verfrissend en hoopgevend voor een al dan niet vastgelopen liefdesleven. Het lijkt mij mooi om dit boek samen met je partner te lezen en te kijken wat het jullie samen brengt. Kan je je kritische blik opzij zetten en bewandel je het pad van de liefde nog niet zo heel lang, dan biedt dit boek je een schat aan inzichten en daarmee een vruchtbare voedingsbodem voor een langdurige liefdesrelatie. Met dank aan Marthe van der Noordaa, ITIP school voor leven en werk en Not Just Any Book voor het beschikbaar stellen van Een schat aan liefde.
N.B. Deze blogpost lees je in slechts anderhalve minuut, terwijl de inhoud ervan je leven kan veranderen ;-)Had ik De linkshandigen van Christiaan Weijts net na het verschijnen ervan in november vorig jaar gelezen, dan had het thema cartoon vs. vrijheid van meningsuiting een totaal andere lading gehad. Waar Denemarken in 2006 ‘slechts’ een onbeschaafde vloek over haar cartoonist uitgesproken zag, kreeg Parijs in januari de kogel. Dit laatste drama maakte dat hoofdpersoon en cartoonist Zink ondanks zijn zure eigenzinnigheid en horkerige houding toch mijn sympathie verdiende. Zink, Simon Sinkelberg, tekent een smakeloos beledigende cartoon voor zijn opdrachtgever De Spiegel, hetgeen het startpunt vormt van een reeks gebeurtenissen en verwikkelingen in zijn persoonlijke en zakelijke leven. Wat volgt is een meeslepend, onderhoudend en knap geconstrueerd verhaal rond Zink en Katharina, een door hem opgepikte liftster met als bagage een cellokist en haar eigen, mysterieuze verhaal. ‘De absurde macht die sommigen aan cartoonisten en andere grappenmakers Zink is linkshandig, evenals Weijts zelf. In Zink’s gedachten over lot en levensloop speelt zijn linkshandigheid een nogal prominente rol. Want linkshandigheid is volgens Zink niet alleen bijzonder, het is zelfs bepalend voor je lot, hetgeen vanzelfsprekend sinister* zal zijn en een hoge mate van absurditeit teweeg kan brengen. Zijn eigen linkshandigheid brengt hem ertoe pittige, provocerende cartoons te tekenen. Als Zink vanwege een gekneusde pols gedwongen is te tekenen met zijn rechterhand, merkt hij dat zijn staat van zijn daardoor volledig verandert. Het gevoel dat hij had tijdens een eerdere rechtshandige periode, komt terug en dat is minder zuur en kritisch. Zijn ‘sinistere arglistigheid’ verdwijnt, angst en onrust vloeien weg en hij tekent ongecompliceerd en laagdrempelig: het uitzicht. Klinkt mooi, je verandert hoe je iets doet –rechts in plaats van linkshandig- en daarmee verandert je gemoedstoestand. Zou dat waar kunnen zijn in het echte leven? ‘...merkt hij dat hij ook precies weet wat hem destijds als jongeman bezighield, Ik ga op zoek en stuit al surfend op de site Do something different. Veelbelovend en een nader onderzoek van mijn kant meer dan waard. Twee professoren, Ben Fletcher en Karen Pine, onderzoeken al jarenlang het menselijk gedrag. Wij blijken onverbeterlijke gewoontedieren, die alles voortdurend op dezelfde manier doen en steeds opnieuw dezelfde patronen blijven herhalen, zelfs als dit voor ons nadelig uitwerkt. Zo is het steeds hetzelfde liedje. We zijn de naald in onze eigen groef geworden. Dingen anders doen blijkt inderdaad andere gevoelens op te wekken en dus een andere staat van zijn, is de conclusie van Fletcher en Pine. Zij hebben zijn een aantal praktische programma’s ontwikkeld, waarin je je kunt laten verrassen door kleine opdrachtjes, de Do’s, speciaal afgestemd op jou. Niet denken of leren, maar doen. Neem de eerste bus die voorbijkomt. Poets je tanden een week met links. Spreek een vreemde aan op straat. Dat soort dingen. Denk ik. Je leven zal veranderen, wordt beloofd. Of dit alles blijvend is, is nog maar de vraag. De verandering in het gevoelsleven van Zink als gevolg van zijn gedwongen rechtshandigheid maakte van hem wat mij betreft een aangenamere persoon. Van mij mag Zink met zijn rechterhand blijven tekenen en zijn sinisteriteit voorgoed achter zich laten. * Sinister is afgeleid van het Latijnse sinistra, wat zowel links als zwart betekent. In het Nederlands wordt met sinister gewoonlijk alleen de laatste betekenis bedoeld: duister, met een dreigende ondertoon. Lees ook wat andere bloggers van literaire lees- & blogclub Een perfecte dag voor literatuur schreven over deze roman.
Volg Christiaan Weijts, De Arbeiderspers en Not just Any Book op Twitter. *je leest deze blogpost in 1 minuut, de nadenktijd achteraf kan een stuk langer zijn Soms eindig je bij het lezen van een boek waar je ook begonnen bent. Bij de titel. Dit gebeurt slechts zeer sporadisch, omdat de noodzaak ertoe in de meeste gevallen ontbreekt. Het kan zijn dat de gekozen titel van begin af aan verklaard is en dus geen vragen oproept, terwijl in andere gevallen het kwartje pas (veel) later valt. Als je de laatste bladzijde van het boek omslaat, heb je als lezer in de regel wel een idee van het ‘waarom’ achter de titel. De grote goede dingen blijft voor mij echter warrig en dan doel ik niet alleen op de titel, waarvan ik naar de betekenis blijf gissen. Ook op andere momenten mis ik duiding over wat door de hoofdpersonen bedoeld of gewenst wordt. ‘Hou jezelf even bezig, ik regel dit.’ Zo spreekt Don op pagina 113 gewichtig, terwijl hij en Mila een hotel binnengaan. Alsof hij het heeft over iets bijzonders, iets van grote importantie, dat Mila zelf moeilijk voor elkaar zou kunnen krijgen. Vergis ik mij? Of is het wellicht humoristisch bedoeld? Don zal toch niet gewoon bedoelen dat hij bij de receptie van het hotel een kamer gaat boeken? Is dat zo ingewikkeld dat Mila zich dan maar even bezig moet houden? Moet hij dat op die manier zeggen? Blijkbaar wel. Don boekt inderdaad een kamer en Mila houdt zichzelf bezig. Ze belt haar moeder: een ongemakkelijk telefoongesprek tussen twee mensen, twee werelden. Ik snap niet waarom moeder en dochter zo vreemd met elkaar omgaan. Vervolgens gaat Mila alleen op stap –misschien wel de eerste scene in het boek zonder aanwezigheid van andere hoofdpersonen- en wordt zij verkracht. Zo wordt het duister nog een paar tinten zwarter. Mila laat zich niet gemakkelijk kennen aan de lezer en het valt mij zwaar dat uitgerekend deze verkrachting Mila’s eerste moment ‘in de buitenwereld’ was. Is dit ellendige voorval opgevoerd om Mila’s onvermogen zich te uiten kracht bij te zetten? Ik lees het boek uit; mijn verlangen mij te kunnen verliezen in het verhaal blijft onvervuld, hoewel het richting het einde beter begint te voelen. Ik weet niet wat ik ervan moet denken en voor het eerst zoek ik op internet naar recensies van al dan niet toonaangevende critici. Lovend en schitterend van sterren. Waarom? Heb ík misschien iets gemist? Literatuur is niet altijd doorzichtig, en dat hoeft ook niet. Toch ben ik niet overtuigd van het hoge literaire gehalte van De grote goede dingen. In plaats van mijn passie tot lezen, mijn nieuwsgierigheid en honger aan te wakkeren, moet ik voor mijn gevoel behoorlijk hard werken. Nog dagen na het lezen van De grote goede dingen word ik geplaagd door vragen. Is het boek van Mathijsen literatuur? En waarom twijfel ik daar zo aan? Wanneer is een boek voor mij literatuur? En wat zijn hierin de maatstaven van andere lezers c.q. deskundigen? Is er een duidelijke grens tussen wat wel en wat niet literatuur is? Wie het weet mag het zeggen! Lees ook wat andere bloggers van literaire lees- & blogclub Een perfecte dag voor literatuur schreven over dit boek.
Volg Alma Mathijsen, Uitgeverij De Bezige Bij en Not just Any Book op Twitter. |
JES' BLOGIk schrijf. Archief
January 2019
|